Weektip: wel of niet trainen bij ziekte?

Hoe herkenbaar is het: je hebt een paar goede trainingsweken achter de rug en ligt op schema voor de eerste doelstellingen van het wielervoorjaar, maar dan word je plots teruggeworpen door een verkoudheid, griep of koorts. Je begint te peinzen: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Moet ik voorlopig echt stoppen met trainen? Hoe lang zal de rustperiode duren?

Iedereen wordt weleens ziek

Vooropgesteld: ieder mens heeft weleens last van ziekteverschijnselen, dus ook de gezonde renner. Een keer of twee per jaar treedt er verkoudheid op. Dat is het gevolg van een virusinfectie die leidt tot bijvoorbeeld een verstopte neus en niezen. De situatie is niet al te ernstig, want de infectie beperkt zicht tot de slijmvliezen van de neus en keel. Je voelt geen spierpijn, hebt geen koorts en na een paar dag ben je alweer aan de beterende hand.

Ook bij griep heb je hinder van een virusinfectie. In dit geval gaat de infectie echter verder dan de slijmvliezen: het hele lichaam krijgt een tik. Dat veroorzaakt het vermoeide, verslapte gevoel, de spierpijn en mogelijk ook de koortsigheid. De meesten herstellen bij een griepaanval pas na een week. Ieder mens is uiteraard anders.

Preventie

Je kunt een aantal dingen doen ter preventie tegen verkoudheid en griep, al kun je het nooit voor 100 procent voorkomen. De maatregelen zitten vooral in de hygiënische sfeer. Dus was je handen geregeld, houd je hand voor de mond bij hoesten en niezen en wees voorzichtig bij het samenzijn met grotere gezelschappen in ruimtes die slecht ventileren. Je kunt jezelf eventueel ook vaccineren tegen nieuwe griepvirussen.

Wel of niet trainen?

Ben je toch getroffen, dan is rust het belangrijkste medicijn. In ieder geval bij koorts (als de temperatuur van het lichaam hoger is dan 38 graden) stop je met trainen. Hier zijn twee redenen voor: je hartspier is mogelijk geïnfecteerd. Belast je deze toch, dan kan dat (ernstige) schade veroorzaken. Daarnaast is het gewoonweg zinloos om stug door te trainen, omdat je prestaties nou eenmaal minder zijn. Er valt moeilijk iets op te bouwen. En besef: de ziekte zal alleen maar langer duren. Meet dus je lichaamstemperatuur.

Heb je geen koorts, maar zijn er wel degelijk klachten? Doe dan de nekcontrole. Als de klachten zich beperken tot boven de nek (een geïrriteerde keel, een verstopte neus), dan kun je gewoon rustig doortrainen. Je bent zelfs gebaat bij een rustig rondje. Is het veel erger en zitten de klachten ook lager dan de nek, dan neem je één of twee dagen rust. Als je de klachten negeert, zou dat het ziekteproces en het herstel alleen maar kunnen tegenwerken.

Wanneer terug in training?

Als je koorts hebt gehad, stap je pas weer op de fiets als je volledig koortsvrij bent. Een algemeen houvast: ben je drie dagen koortsachtig geweest, dan wacht je drie dagen voordat je weer rustig gaat sporten. Je hebt in de ziekteperiode enige achterstand opgelopen, dus je zult het trainen heel geleidelijk moeten opbouwen. Plan je trainingen zorgvuldig en houd bij hoe deze zijn verlopen. Neem wat extra tijd en breng geduld op als je ziet dat het lichaam om meer hersteltijd vraagt.

Beweeg voldoende

We sluiten deze weektip positief af. Want ben je als renner uiterst fit, dan heb je een voordeel: je bent extra beschermd tegen ziektekiemen die het lichaam proberen binnen te sluipen en een verkoudheid of griep veroorzaken. Een studie (gepubliceerd in The Journal of Applied Physiology) toonde eerder aan dat getrainde fietsers na een rit van een half uur een hoger niveau aan antimicrobiële eiwitten in hun speeksel hebben dan minder fitte renners. Juist die eiwitten dragen bij aan het voorkomen van ziekte. Regelmatige beweging maakt deze lichaamsbeschermers aan.