Deel dit artikel:

Cyclocross for Life: zandstuiven en moddervreten

Dertien kilometer heb ik gefietst tijdens Cyclocross 4 Life in Ruddervoorde. Dertien kilometer op een lokale weide. In elk ander weekend zou ik dan spreken van een rustig, bijna fietsloos, weekend. Maar nu neem ik veel meer dan een berg vuile kleren en besmeurde schoenen mee naar huis. Ik heb iets beleefd, ik heb samen met een honderdtal anderen de kick van het veld gevoeld. Je bent beter af met dertien kilometer die in het geheugen gegrift staan, dan met een veelvoud van die afstand die je wat later al verwart met een andere tocht. Ik heb me geamuseerd zoals mijn zoontje van acht dat doet als hij me enthousiast toeroept om snel te kijken. Omdat hij iets “kan”. Mijn kunnen werd alvast een beetje aangescherpt. En die vele tips kan je hier zomaar nalezen.

De speaker heeft er net als wij duidelijk zin in en wenst ons veel succes terwijl het lint naar beneden gaat. De eerste startrij heb ik niet geclaimd, dus ik bevind me ergens midden in het pak. Mijn race is gestart, het is de eerste van drie rondes als afsluitend wedstrijdje van dit evenement voor het goede doel. Alles wat we in de initiatie geleerd hebben moeten we nu in de praktijk omzetten. Ik rij op het lange rechte stuk in de weide, achter de grote heuvel. “Tempo maken voor de gracht”, zei men een half uurtje eerder. Ik voer de snelheid dus op en opteer ervoor om niet te lopen aan de “gracht”. Zelfzeker trek ik het voorwiel omhoog. Half zwevend half wheelieënd vlieg ik over de hindernis heen. Of dat denk ik toch, terwijl mijn achterwiel zich keihard neerplant in de put. “Dat hebben ze goed ingeschat bij de organisatie”, schiet door mijn hoofd. “Achteraan iets meer druk want anders rijden ze zeker lek in die gracht”, hadden de organisatoren aan de vier fabrikanten die hier testfietsen ter beschikking stellen gemeld. Geen tijd om daar veel dieper over na te denken echter. Ik rij nog en dat is nu het enige wat telt.

Dertig meter en twee haakse bochten verder wacht al de trap. Ik stap door de onvermijdbare plas water en verzuip er mijn schoenen, neem de fiets vast bij stuur en bovenbuis en begeef me de hoogte in. Om boven mijn Specialized terug op de grond te plaatsen in de andere richting. Steil naar beneden met één voet los maak ik vervolgens een u-turn en sta ik in amper een paar seconden vlak voor een neepje dat recht omhoog lijkt te gaan. Twee stevige lendenrukken en we zijn ook hier boven. Of toch niet helemaal. De helling gaat schuin links verder, een schuine kant bergop. “Zoek gras!”, roept iemand me toe. Grip zoeken is de boodschap. Boven heb ik plots last van een flashback. Tijdens de verkenning ging ik hier schuivend met een crossfiets tussen mijn benen naar beneden. “Onder in de beugel en de fiets laten bollen”, zei de instructeur toen. “Durven.”. Maar de knop is nog niet omgedraaid. Opnieuw spring ik van mijn fiets om dit onding toch maar naar beneden te lopen. Ook op schoenen is het glad…

Vandaag weet Moeder Natuur niet goed wat ze wil. Buien worden afgewisseld met een blauwe hemel en flauw zonnetje. De in het wielrennen zo fel begeerde regenboog krijgen we er nu en dan gratis bij in Ruddervoorde. Ik voelde de bui eigenlijk al één week eerder hangen. Voor mijn televisie. Het was misschien wel de race die het dichtst bij “spannend” aanleunde dit seizoen. Op een droog en snel parcours reed Mathieu ronden lang tien seconden voor Wout uit. Ik had er niet de nodige aandacht voor. Ik was bezig met een dissectie van het parcours. Elk bochtje werd getoetst aan de enige maatstaf die op dat moment van tel was. “Als ik straks op die plek kom aangefietst, zal me dat lukken?”. Klamme handen kreeg ik van al dat draaien en keren, omhoog klauteren en afdalen. En dan zag die zandbak er nog makkelijk uit bij die toppers… Na tien ronden en een uurtje topsport was het trouwens alweer Mathieu die de concurrentie had dolgedraaid.

Die rijlijnen van de profs staan nog getekend in de weide in Ruddervoorde en het eenvoudigste lijkt om die te volgen. Rudy De Bie ontneemt me echter meteen de illusie. “Vandaag is een andere dag. Het parcours ligt er nat bij en de natte rijlijn is totaal verschillend van de droge. Ze kruisen elkaar voortdurend. Bochten worden anders aangesneden.”. Het parcours is inderdaad niet te herkennen in vergelijking met de TV-cross van een week eerder. Toen droog, nu modder. “Dat is eigenlijk ook net goed”, gaat Rudy verder. “Het is een stuk moeilijker, maar nu ga je pas echt weten wat cross inhoudt!”. Het parcours werd trouwens in vergelijking met de profs op een paar plaatsen deskundig aangepast. En dat wordt door de deelnemers op applaus onthaald. “Technisch en uitdagend, maar niet volledig onhaalbaar. De moeilijkheidsgraad is perfect!”, klonk het uit vele monden.

Sinds mijn aankomst in de Ruddervoordse Sint-Godelievewijk deze ochtend gaat het met de spanning crescendo. Dat komt niet alleen door de nattigheid en de impact daarvan op het parcours. Een wei vol gele linten voor je zien, een rugnummer opspelden en een blinkende crossfiets in bruikleen krijgen, doen ook hun duit in het zakje. Vier merken tekenen present, al kan je ook met je eigen crossfiets of mountainbike meerijden. Zelf neem ik een Specialized ter hand, terwijl anderen op pad gaan met een Ridley, Trek of de nieuwe Canyon crossfiets. Wat meteen opvalt bij deze fietsen: je stapt er op en weg ben je. Hooguit moet je even wennen het enkele kettingblad vooraan, maar de fiets zelf voelt meteen erg natuurlijk en stuurvast aan. Anders dan een mountainbike is het vinniger fietsen zonder in de problemen te komen qua stuurgedrag. Meer werken met het lichaam. Nog voor het startsein kunnen de meeste aanwezigen al een rondje warm draaien. Nadien doet iedereen een rondje op het parcours waarin ze de tips van de kenners in de praktijk proberen toe te passen.

Maar terug naar mijn race. Een race die ik overduidelijk niet zal winnen, want terwijl ik nog ergens te midden van de weide mijn kunstjes etaleer, hoor ik de speaker reeds verkondigen dat de leider zijn eerste ronde heeft afgelegd. Opkijken kan echter niet. De “drie bulten” komen eraan. Niet aarzelen en vol in de aanval. Na de derde bult draai ik kort links. Continu moet je er vooruit kijken en inschatten wat er op je afkomt. Anticiperen met het juiste verzet en goed kijken waar je heen moet in de bocht (en dus niet kijken naar waar je niet wil belanden!). De hindernissen volgen elkaar razendsnel op. Ik gooi de fiets op de schouder zoals we het geleerd hebben. Arm door het frame en onder de onderbuis door het stuur klemmen. Dat loopt vrij comfortabel. Alleen moet ik omhoog klauteren en schuif ik elke twee stappen één naar beneden. Het lijkt wel de Processie van Ruddervoorde. “Gebruik de sporen van je voorganger”, hoor ik iemand zeggen. Ik grijp me vast aan de paaltjes en alles wat vastzit om mezelf naar boven te hijsen. Bij de afdaling zwabbert mijn achterwiel alle kanten op, maar dat is geen probleem. “Geen zorgen om maken, dat achterwiel volgt toch altijd.”.

In de laatste ronde begint het kortstondig te regenen en wordt het nog meer schuiven en glijden. Het lijkt alsof ik alles wat in de eerste twee rondes nog vrij aardig lukte alweer verleerd ben. Dit parcours wijzigt nu bijna per minuut. Ook dat is cross. Terwijl de speaker zegt dat de winnaar onder een regenboog naar de finishboog rijdt, ga ik al glijdend onder een geel lint door. De regen, of vermoeidheid? Nog een paar keer draaien en keren richting laatste zandstrook.”Niet te groot en blijven trappen in het zand”, herinner ik me. Maar vrij snel sta ik alweer geparkeerd. Al lopend baan ik me een weg naar het einde het zand. De aankomststrook lonkt nu ook voor mij. Nogmaals ervaar ik dat in de pedalen klikken erg lastig is met al dat vuil aan de schoenen. Mijn fiets kreunt al even luid onder de combinatie van water, modder en zand. 25 minuten cross brachten mijn hartslag naar maximale hoogte. Ik heb er mijn hart verloren en toch een beetje gewonnen.

Na het uithijgen, en terwijl de tweede wave zich klaar maakt voor dezelfde sensatie, begeef ik me naar de afspuitstand. Ogenschijnlijk mooi gepoetst geef ik de crossfiets terug maar vooraleer deze gebruiksklaar wordt verklaard, wordt hij ook nog eens onder druk droog geblazen en gesmeerd. Aan de overkant lonkt een braadworst terwijl in de kantine van Godelieve de gratis Leffes vlot over de toonbank gaan. De deelnemers goochelen enthousiast met “fantastisch” en “geniaal”. Dertien kilometer fietsen is voor vandaag genoeg.

Gerelateerde artikels

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE