Deel dit artikel:

Een Krekel in de Ardennen

Twintig jaar na zijn eerste deelname en tien jaar na zijn laatste deelname aan Luik-Bastenaken-Luik fietste Paolo Bettini nog eens over Ardeense wegen. Wij namen het wiel van de sympathieke ambassadeur van het Italiaanse fietsenmerk Titici.

‘Il Grillo’ of ‘De Krekel’ werd Paolo Bettini wel eens genoemd. De tweevoudige wereldkampioen, olympisch kampioen van Athene en meervoudig winnaar van monumenten, klassiekers, semi-klassiekers en rittenkoersen had die bijnaam te danken aan zijn nerveuze koersstijl en profiel van ‘puncher’. Heen en weer springend en hard demarrerend, tot de rest brak. Of het afmaken in een sprint van een klein groepje: ook dat kon de kleine Toscaanse springveer. Paolo Bettini was een superkampioen. En eentje die zoveel jaren na zijn glorietijd niet naast zijn schoenen loopt.

“Luik-Bastenaken-Luik was mijn wedstrijd”, herinnert Bettini zich wanneer we hem aanspreken in de lobby van het R-Hotel in Remouchamps. Van hieruit start straks onze fietsrit over de wegen van zijn lievelingsklassieker. Wegen die Bettini nog steeds als zijn broekzak kent. “Kijk, daar!”, tiert hij. Hij wijst naar een eenzame wielertoerist die zich naar boven hijst, op nauwelijks enkele honderden meters van waar we staan. “Daar begint La Redoute”, zegt hij. “Toen ik koerste was dat nog dé scherprechter van Liegi. In 2000 werd ik daar, op die strook, ‘afgezet’ door Johan Museeuw. Na die eerste bocht was het aan mij.” Bettini’s ogen fonkelen wanneer hij vertelt over die hoogdag in het voorjaar van 2000. “Johan had twee weken eerder nog Parijs-Roubaix gewonnen maar had in de loop van de koers al aangegeven dat hij in de finale voor mij zou werken. Dat kon ik toen maar niet vatten. Zo’n grote meneer die zijn kansen opofferde voor mij. Ik herinner me dat ik halverwege de koers zelf mijn regenjasje en beenstukken naar de auto wou brengen. Het was Johan die me toen terugfloot. ‘Wat doe jij nu? Kom, ik regel dat. Vandaag win jij de koers. Da’s de enige reden waarom ik hier aan de start sta.’ Het zijn mooie herinneringen. En ja, ik won die dag.” Op de Côte de Sprimont viel toen de beslissing: Bettini geraakte met drie anderen weg. Op Saint-Nicholas loste ook Belli en Bettini won daarna de spurt van zijn twee medevluchters in Ans: Extebarria werd tweede, Rebellin derde. Met dank aan Museeuw dus. Twee jaar later, in 2002, won Bettini zijn tweede Doyenne. Die keer met dank aan Mapei-ploegmaat Stefano Garzelli.

Ambassadeur Titici
Vandaag is koers bijzaak. Vandaag wordt er gefietst. De crew van Titici, het Italiaanse high end fietsenmerk dat deze fietsdag met zijn ‘ambassadeur’ Bettini heeft opgezet, heeft een pittig parcours van 80 km uitgetekend. Het is de bedoeling dat ik de rij-eigenschappen van een Titici-racefiets ervaar. De bolide die voor mij klaar staat, mag gezien worden. Een handgemaakte Titici Flexy Road RB (voor velgremmen, nvdr.), opgebouwd met SRAM Red eTap-onderdelen en een 3T-wielset. Adviesverkoopprijs: 9.049 euro. U begrijpt dat de verwachtingen voor de rit nogal hooggespannen waren. Eerst nog even wat achtergrond over Titici. De geschiedenis van het kleine Italiaanse merk dat zich vandaag richt op carbonproductie gaat terug tot de jaren zestig. Ene Alberto Pedrazzani schoolde zich toen als metaalbewerker en tot maker van ijzeren speelgoedtuig. Jaren later begon hij ook BMX-fietsjes en mountainbikes te produceren. Midden jaren tachtig zag dan het bedrijf Techno Telai Ciclo (in 1995 werd dat Titici, nvdr.) het levenslicht. Toch zou het nog tot 2003 duren vooraleer bedrijf zich op de productie van carbon frames richtte. De voorbije twee jaar werden de marketingactiviteiten opgevoerd en dus is het de bedoeling dat de frames van Titici zichtbaarder worden. Ook in de Benelux. “En dat moet kunnen”, zegt Richard de Boer, country manager voor Nederland en België. “Het is een heel specifiek product, carbon op maat, met de hand gemaakt en volledig custom.”

Comfort op ruige wegen
Na de verplichte groepsfoto starten we onze fietsrit vanuit Aywaille met de beklimming van de achterzijde van de Côte de Niaster. Pittig ding. Het gaat al snel richting Lorcé, Stoumont en vervolgens Trois Ponts. Namen als klokken voor wie een beetje van het parcours afweet van de oudste wielerklassieker van het pak. Er zitten weliswaar niet zo veel klinkende namen bij de hellingen die we aandoen. En toch tikken de hoogtemeters makkelijk aan. In Trois Ponts begint het te motregenen. “Ik doe de kleine route”, zegt Bettini kordaat. De volledige groep volgt gedwee. De kopman heeft gesproken, de knechten schikken zich naar zijn beslissing. Dat geldt ook voor Fons De Wolf, de ex-winnaar van Milaan-Sanremo en de Ronde van Lombardije fietst vandaag ook mee, op uitnodiging van Filip Lauwers, de zaakvoerder van Filip Sport en Titici-verdeler uit Hoeilaart. “Zot doen op een fiets zit er niet meer in. Ik fiets om te genieten”, zou Fons zich na de rit, bij een Redoutable-biertje, laten ontvallen. Genieten doe ik ook… in de ‘aanval’. Ik beslis immers dat het tijd is om op de trappers te lopen, om de longen even te vullen. Ik zet door. Ik zoek een tempo. En vind er ook een. De beklimming is lang en het gevallen gat wordt almaar groter. Enkelen pikken aan. Bettini is ook mee. Hij grijnst en schakelt groter met de afdaling in het vooruitzicht. Met z’n vijven gaan we de afdaling in. Een tricky afdaling is het. Het lijkt alsof Bettini ze kent, gezien de gezwindheid waarmee hij z’n zwartgouden Titici met regenboogstrepen naar beneden slingert. Achteraf zal blijken dat hij deze afdaling… nog nooit heeft gefietst. Ziedaar dus de skills van de doorgewinterde profrenner versus die van wielertoeristen die met een ei in de broek en de nodige reserve naar beneden suizen.

Op de bovenbuis van mijn Titici-testfiets staat ‘Flexy’. Dat is de benaming die toegekend wordt aan alle frames in het Titici-gamma. Het verwijst naar de optimale balans tussen comfort en prestatie waar ze bij Titici zo prat op gaan, gerealiseerd dankzij de gepatenteerde P.A.T.-technologie (Plate Absorber Technology, nvdr.). Die vind je in de manier waarop de platte bovenbuis van het frame geconstrueerd is en de schokken absorbeert. En dat bleek nodig in de verraderlijke afdaling met een aantal venijnige haarspeldbochten en met een slecht wegdek van begin tot einde. Mijn eerste gevoel bij de Titici, zowel op het vlakke, in de beklimming als in de afdaling, was voortreffelijk. De Titici is een fiets die meteen als de mijne aanvoelde en dan moet je weten dat het in mijn geval nog niet om een ‘custom’ frame ging. Dat geeft naar mijn gevoel aan dat de standaard geometrie van dit Medium-frame gewoon goed zat.

La Redoute
Eens beneden wachten we niet. We zijn nog altijd met z’n vijven en het is nog vijftien kilometer tot Sougné-Remouchamps. Daar volgt nog de slotklim, La Redoute. We fietsen nu op de N633. We fietsen twee aan twee en dan volg ik, als vijfde. Ik ben bevoorrecht getuige van het feit dat het almaar sneller gaat naarmate Remouchamps dichterbij komt. We hebben de wind in het voordeel en de weg bolt goed. Dat nodigt uit om te knallen. Ik fiets in één ruk, van vijfde positie naar de kop. Ik heb er zin in. Ik fiets nu naast Bettini. Paolo voor de vrienden. Handen onderin de guidon en gààn. Na een viertal kilometer is er een overname en kunnen we weer even in de wielen. Het gaat niet snel genoeg. Ik trek weer naar voren en zet me op kop. Paolo springt ook naar voren. Ik handhaaf me en trek nu resoluut de kop. Paolo zit in het wiel. Andrea, één van de vijf, is intussen gelost. We zijn nog met z’n vieren. Ik waan me even Johan Museeuw in 2000. Ik werk vandaag voor Bettini. Ik ga deze krekel afzetten aan de voet van La Redoute, denk ik bij mezelf. De gedachte alleen al, hoe irreëel en onzinnig ze ook is, geeft me vleugels. Op de nijdige tussenstukken vals plat flirt ik met de pijngrens. Niemand neemt over. ‘De anderen moeten het nu ook wel lastig hebben’, flitst door mijn hoofd. ‘Anders zouden ze overnemen, niet?’. Een bordje. Ik lees: ‘Sougné-Remouchamps’. De laatste lendenrukken. We zijn er. We steken de steenweg en de Amblève over en draaien het klassieke straatje in dat leidt naar de voet van de laatste puist van de dag. Ik kijk om. Paolo schudt het hoofd. ‘Grazie ragazzo per il tuo lavoro’, roept hij me nog na. Het vet is bij mij van de soep maar die woorden geven me vleugels. Laat La Redoute maar komen! Ik hijs me omhoog. Het knechtenwerk van daarnet heeft zijn sporen nagelaten. Op de top fiets ik dezelfde weg weer terug. Mag eigenlijk niet maar ik hoop Paolo te treffen om de beklimming, samen met hem, voor een tweede keer te voltooien. Mijn vermoeden klopt. We fietsen nu zij aan zij omhoog. Na de eerste steile strook versnelt hij, dansend op de trappers. Ik hang ergens tussen mijn Titici-frame en moet even bekomen. “Vroeger deed ik dit op het 53-voorblad”, pocht hij. Nu schud ik het hoofd. Paolo kan me nu afmaken maar doet het niet. Hij is dan ook niet meer de Bettini van vroeger. Ligt daar dan mijn kans? Zittend in het zadel schuif ik dichterbij. Ik ga erop. Ik ga erover. Mag ik dit eigenlijk wel doen? Hoort dit wel? Zo moet Eddy Merckx zich gevoeld hebben toen hij in de klimtijdrit op de Col d’Eze tijdens Parijs-Nice 1969 Jacques Anquetil inhaalde. Dat voelde voor Eddy ook niet goed aan. Ik kijk naast me en zie dat Paolo nog een laatste troefkaart uitspeelt. Ik vang hem op en counter meteen. Het tafereel lijkt wel op dat van Vandenbroucke versus Bartoli in 1999, toen dit tweetal elkaar jende op de flanken van Le Redoute door uitdagend van elkaar weg te sprinten. Ik haal uiteindelijk mijn gram. Op grinta. Paolo plooit, met een brede glimlach. “La grìnta!”, joelt hij. Boven knuffelen we. Dit is een moment om in te lijsten. Eigenlijk onmogelijk om in een verslag als dit te verwoorden. Grazie Paolo, grazie Titici!

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE