Deel dit artikel:

Gilles fietst naar Compostella. Via Niort en Venday-Montalivet

Grinta!-freelancer Gilles Bultinck fietst deze zomer van Vosselaar naar Santiago de Compostella. Op www.grinta.be houdt de fietsende burgemeester een dagboek bij. Op de derde en vierde dag van zijn pelgrimage belandde Gilles in Niort en Venday-Montalivet.

Rit 5: Tours – Niort

Ik schiet wakker om 6.14 uur, welgeteld één minuut voor mijn wekker afgaat. Ik maak mezelf de bedenking dat het weekendregime van gisteren me wel is bevallen, en draai me nog eens om tot 6.45 uur. Tenslotte ben ik eigenlijk toch met vakantie, Bovendien staan er vandaag geen grote steden op het programma waardoor ik zonder ongelukken ook weinig tijd zal verliezen. Klokslag 7 uur zit ik aan het ontbijt en zoals gewoonlijk is de ontbijtzaal voor het overige nog leeg. Bij het uitchecken vraag ik aan de vriendelijke dame van de receptie of ze een stempel in mijn boekje wil zetten. “Het is niet de eerste keer dat ze die vraag krijgt”, zegt ze. In ieder geval is het romantische beeld dat ik had van het verzamelen van stempels op mijn pelgrimstocht vervaagd tot een collectie stempels van Campanile-hotels. Maar voorlopig doet dat er niet toe, pas in de laatste tweehonderd kilometer moet ik dagelijks twee gedateerde stempels verzamelen om officieel mijn certificaat te kunnen krijgen in Santiago de Compostella.

Hersenloos trappen

Nog een paar ritten doorbijten om kilometers te maken voor het echte genieten kan beginnen. Met die gedachte duw ik mezelf om 8.20 uur op gang voor weer een dikke 180 kilometer. Het eerste deel van mijn tocht loopt door de vallei van de Loire. Ik kom voor het eerst op mijn tocht ook met de regelmaat van een klok andere bepakte fietsers tegen. Wanneer ik er een paar op het terras van een Bar Tabac zie zitten, denk ik dat ik zeker op de goede weg richting Compostella ben. Maar wat later begint het me te dagen, wanneer ik meer en meer fietsers kruis. Blijkbaar is deze regio gewoon erg populair om met de fiets te verkennen. Vanaf het moment dat ik dat besef, lijkt mijn tocht nog eenzamer te worden. ‘Het mentale afzien van een pelgrim’, zo wordt dat wel eens omschreven. Bij mij is het vandaag eerder een soort trance waaruit ik pas gewekt word wanneer mijn pad gebarricadeerd wordt omwille van wegenwerken. Ik schrik wanneer ik zie dat het twintig kilometer geleden is dat ik voor het laatst op mijn kilometerteller keek. Een tijdje hersenloos de benen ronddraaien kan duidelijk ook fijn zijn.

Heimwee?

De vorige dagen sprak ik vooral over aangenaam fietsen wanneer de wind in het voordeel stond. Vandaag is dat niet het geval. Een zachte bries staat schuin op de kop. In combinatie met de vlakke wegen doet het me terugdenken aan mijn gekende fietswegen in de Kempen. De eerste tekenen van heimwee?

Ah, de Franse keuken (is dicht)

Hoewel ik al meer dan vijftien jaar fiets en dacht dat ik mijn lichaam dan ook goed kende, heb ik de afgelopen dagen flink wat bijgeleerd over uitdroging. Door de uitdroging blokkeerde ik bij momenten volledig. Daarom stop ik vanaf nu liever te vroeg om drinken bij te halen dan wanneer het te laat is. Wat eten betreft, kan ik mezelf wel behelpen met repen en koeken. Gelukkig, want wanneer ik het tijd acht voor een hapje in Parthenay, krijg ik de boodschap dat er niet gegeten kan worden. Niet omdat de keuken gesloten is, wel omdat het restaurant van het terras waarop ik me genesteld helemaal uitverkocht is. Blijkbaar is er een meerdaags spelletjesfestival aan de gang. Dan maar een cola bestellen en wat rondkijken. De vriendelijke serveuse zegt me nog dat ik in de ‘Mie Caline’ vijftig meter verderop gerust iets mag gaan halen en op haar terras opeten, maar dat zegt me niet veel.

Zout of paprika?

Dertig kilometer voor de geplande aankomst stop ik toch nog bij een Carrefour Express. Ik kom ontzettend veel ‘baguette-automaten’ tegen, maar een cola-automaat schijnen ze hier niet te kennen. Fiets mooi op slot aan een paal vlak bij de deur en op zoek naar proviand. Een fles water om de bidons bij te vullen, een cola om het laatste dipje te overwinnen en een zakje gezouten chips. Niet mijn favoriete smaak, maar zouten schijnen belangrijk te zijn. Al hoorde ik zeggen dat er in paprika chips meer zout zit… Ik prijs mezelf gelukkig dat ik nog beslist heb om te stoppen want de laatste dertig kilometer zijn niet van de poes. Een aantal venijnige knikjes, waarvan ik de hellingsgraad moeilijk kan inschatten, tot op het moment dat mijn voorwiel plots wat begint te zweven. Voor mij een duidelijk signaal dat het hier gewoon té steil is. Aangekomen in het hotel doe ik zoals iedere dag de was. Deze keer geen Burger King, maar een maaltijd op een terras in het centrum van Niort. Mijn twee grootste supporters (mama en papa) waren immers opnieuw in de buurt. Heel leuk om niet alleen te moeten eten, en nog leuker om de rekening niet zelf te moeten betalen!

Rit 6: Niort – Venday-Montalivet

Zoals eerder gezegd, heb ik mezelf sinds afgelopen weekend verbonden aan een vakantieregime. Dus opnieuw pas tegen 7 uur naar de ontbijtruimte, die in tegenstelling tot de andere dagen al aardig gevuld is. Een of andere jeugdatletiekploeg zet de boel al aardig op stelten terwijl ik mijn eerste van twee cappuccino’s naar binnen giet. Ondanks het feit dat ik later opsta, zit ik om 8.15 uur toch al op de fiets. Zonder mezelf te haasten, gewoon omdat het inpakritueel een gewoonte wordt en steeds sneller gaat.

Pittig begin

Waren het gisteren de laatste kilometers die de benen folterden, dan krijg ik vandaag een stevig begin voorgeschoteld. De eerste vijf kilometer zijn namelijk identiek aan de laatste vijf van gisteren, maar dan in de andere richting. Het verstand zegeviert en vertelt me om mezelf niet op te blazen. Intussen heb ik geleerd dat veel van deze knikjes te lang zijn om buitenblad omhoog te rijden en zeker met zo’n tien kilogram bepakking.

Snel, maar hoffelijk

Opnieuw gaat het voornamelijk over rustige wegen langs het natuurreservaat Marais Poitevin. Na vijf dagen door Frankrijk fietsen en ontelbare kadavers op de weg gezien te hebben, kan ik de geur van een dode haas, egel, eekhoorn, kat of vogel al vanop honderd meter afstand onderscheiden van elkaar. De verkeersexpert in mezelf vermoedt dat de hoge snelheden van de voertuigen aan de basis liggen van zoveel verschalkt wild. Een belastingverlaging hebben de gilets jaunes nog niet voor elkaar gekregen, maar de minimumsnelheid op departementale wegen blijkt tegenwoordig toch opgetrokken te zijn naar 120. Behalve die overdreven snelheid op secundaire wegen echter geen slecht woord over hoe de Fransen omgaan met fietsers in het verkeer. De stadscentra even buiten beschouwing gelaten dan. De pijlen richting Rochefort doen me in deze hitte – om 11 uur is het al 33 graden – snakken naar een trappist. Geen goed idee onderweg. Gelukkig afficheert een plaatselijke bakker dat er ook koude dranken te verkrijgen zijn. Ik zal dus wel niet de eerste fietser zijn die hier binnenstapt. Zelfs flessen water van anderhalve liter zijn verkrijgbaar, al dan niet gekoeld. Volgens het beproefde recept koop ik dus weer een fles water om mijn bidons te vullen en neem ik er een cola bij voor de ‘goesting’. En ook het stokbrood met hesp kijkt me vanuit de toog vragend aan. Vooruit, die kan er ook nog wel bij.

Het viaduct van Vilvoorde

“Nog twee dagen kilometers malen voor het echt interessant wordt”, maak ik me sterk. Zonder nadenken rij ik verder tot er in Rochefort een enorme brug voor mij opdoemt. Heeft wat weg van het viaduct van Vilvoorde, maar dan in een fraaiere omgeving. Aan de voet van de brug begint een vijftal toerfietsers net voor mij aan de beklimming. Ik rij ze aan een stevig tempo voorbij om even indruk te maken – boys will be boys – en beklaag me dat al snel. Bij ons zijn de bruggen niet zo lang en stilvallen kan ik ook niet maken. Vooruit dan maar, stoempen. En vooral, niet vergeten af en toe wat zuurstof binnen te nemen. Geen sinecure in deze temperaturen.

De zee en haar … zeebries

Voor het eerst merk ik dat ik in de buurt kom van de Atlantische kust. De lucht is zilt en er waait een verfrissende bries. En alsof dat nog niet genoeg was, rij ik de ene na de andere oesterkwekerij voorbij. Heel verleidelijk, maar ik pas toch. Royan kan nu niet meer zo veraf zijn en ik moet daar op een overzetboot zien te geraken. Als veel te brave burger volg ik net voor het centrum van Royan de pijlen die me naar de overzetboot moeten leiden in plaats van de aanwijzingen op mijn GPS te volgen. Bij nader inzien zou mijn fietscomputer me mooi door het centrum hebben gestuurd, terwijl ik nu als een idioot extra kilometers maak op een kleine ringweg. Wanneer ik uiteindelijk de zee voor het eerst zie opduiken, besluit ik te stoppen om een foto te nemen. Een beslissing die meteen als een boemerang terug in mijn gezicht komt. Aangekomen bij het loket van de overzetboot, schuif ik netjes aan in de rij. Wanneer de persoon voor mij zijn ticket wil betalen, sluit de bediende het venstertje met de alles zeggende woorden “Désolé, vous êtes trop tard”. Te laat dus. De verbouwereerde man draait zich om en kijkt mij aan alsof hij wordt beetgenomen met een verborgen camera. Ik haal mijn schouders op en trek het me niet aan. Het leven is hier veel simpeler vanaf het moment dat je rondloopt met de veronderstelling dat je van de Fransen alles kan verwachten.

Snoep en cola (aflevering 37)

De vijftig minuten wachttijd spendeer ik door in de wachtruimte wat snoep en drinken uit een automaat te halen en buiten in de zon op te eten. Na door de security drie keer weggejaagd te zijn, zit ik eindelijk op een plaats die wel toegelaten is. Niet veel later komt de volgende boot al aan, waardoor ik mijn fiets en mezelf rustig kan installeren vooraleer af te varen richting Le-Verdon-sur-Mer. Op het bovendeksstaat een strakke wind die mijn valhelm van onder mijn stoel blaast zodat hij vijf rijen verder achter mij terechtkomt. Een behulpzame jonge snaak – die in de veronderstelling was dat ik een professionele wielrenner ben – komt hem snel terugbrengen.

Een moderne pelgrim

Na het ontschepen volgen de laatste loodjes van mijn zesde etappe. Dertig kilometer met de wind in het rug richting Vendays-Montalivet, waar ik – als alles goed is – een paar weken terug al een hotel heb vastgelegd. Voorzieningen op dit schiereiland, dat door de Gironde wordt afgesneden, liggen hier immers niet dik gezaaid. In het centrum van het dorp stop ik even om het adres van het hotel op te zoeken in mijn mailbox. Zo doet een moderne pelgrim dat. Nog beter zou zijn om de route rechtstreeks op de werkelijke adressen te enten. Helaas had ik op het moment dat ik mijn routes bepaalde, nog geen hotels vastgelegd. Dat maakt dat ik nu iedere dag nog vijf tot tien kilometer extra fiets. Die kunnen er wel bij. Vandaag heb ik geluk, ik bevind me slechts op één kilometer van het hotel en volgens de kaart blijkt er geen kortere weg te zijn dan degene die ik daarnet nam.

Vous parlez François?

De gastvrouw van hotel Les Acacias spreekt me in vloeiend Frans aan (wat op zich niet hoeft te verwonderen, in ben tenslotte in Frankrijk) en ik doe mijn best om vlot terug te babbelen. Na een paar zinnen heeft ze wel iets in het snuitje en vraagt ze me vanwaar ik afkomstig ben. Nog steeds in het Frans converserend, zeg ik dat ik uit België kom. Waarna ze me vraagt of ik toevallig Vlaming ben, want dan zouden we gewoon Nederlands kunnen praten. Zij blijkt immers Nederlandse te zijn. Na mijn bevestigend antwoord vervolgt ze haar uitleg in het Frans tot ik haar erop attent maak dat ik wel degelijk Nederlands spreek. Ook al begint mijn uiterlijk na zes dagen op de fiets iets meer zuiders te klinken…

Met dank aan Van Nicholas, Craft, 7Mesh, PedalED, GripGrab, WoWoW – Raceviz, Abus, Sigma Sport, Knog, Topeak, Naqi, Lezyne, Selle San Marco, Look, Pirelli, Northwave, Futurum en Soenens Fietsvervoer. Na de bedevaart mag je op deze site van alle producten die Gilles onderweg testte 100% Getest verslagen verwachten.

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE