Deel dit artikel:

Leve Walcheren

Onlangs ging ik fietsen op Walcheren. Met de Westerscheldetunnel als alternatief voor de puffende ferry van Breskens naar Vlissingen, is dit Zeelandse eiland sinds maart 2003 stukken makkelijker te bereiken. Met de auto Gent voorbij, dan richting Zelzate, in Terneuzen de Westerscheldetunnel in, Middelburg langs en fietsen uitladen op eindbestemming Zoutelande. Bij een ideale temperatuur van 20 graden volgden wij de kustlijn, langs het strand, doorheen de duinen, tot Veere, waar het landinwaarts ging om tussen struwelen en rijen canadapopulieren het fietsvriendelijke Middelburg te bereiken, waar l’embarras du choix wachtte bij het kiezen van een terras.

Zeeland, en bij uitbreiding Nederland, biedt paradijselijke fietsgebieden. Met afgezonderde, brede, goed onderhouden en veilige fietspaden, duidelijk gemarkeerd, glad wegdek, geen valkuilen. Een situatie die in niets te vergelijken is met de chaos waar de fietser in onze Atlantic Wall-kustgemeenten mee geconfronteerd wordt. In Koksijde bereed ik ooit een strookje fietspad dat warempel in een onaangetast stukje duinen lag, maar daar bleken zich ook auto’s en zelfs quads over te bewegen. Onze duinen, deze wezen van onze ongebreidelde immobiliëncultuur, zijn restgebieden tussen kilometerslange repen van torengebouwen.

Op Walcheren besef je pas hoe hachelijk fietsen het is in onze Vlaamse gemeenten en steden. Onlangs kreeg ik het helemaal op de heupen tijdens een fietsknooppuntentocht met start in het van lintbebouwing en tumoreuze verkavelingsdrift stijf staande Vichte (knooppunt 83). Het plat geürbaniseerde Zuid-West-Vlaanderen is hoe dan ook een hel voor de fietser, maar van een knooppuntenrit had ik een meer zorgenvrije namiddag verwacht. Wat een ellende! Putten, asfaltplakken, riooldeksels, goten, wortelknuisten, teerspleten, borduren, grint, verschuivingen, barsten, betonranden, olievlekken, scheuren, kuilen: een kruisweg was het, waarbij permanente alertheid was geboden om het wegdek te taxeren en wolfijzers en schietgeweren te ontwijken.

De tocht was bovendien gelardeerd met enkele bijnadoodervaringen. Onze landwegen zijn te smal voor de huidige standaardauto, laat staan voor protserige 4×4’s en roekeloze witte bestelwagens die zich doodergeren in het zog van een lamentabele wielertoerist die geen 30 per uur haalt en hem tenslotte van de sokken rijden. Op een dergelijk terrein is het gewoonweg niet leuk fietsen meer. Je zit constant te huiveren of je te ergeren in het zadel. Wat een verschil met Walcheren! Daar zit kennelijk de hele bevolking op de fiets. Wat betekent dit voor de Volksgezondheid? Heeft iemand het onmiskenbare effect daarvan ooit berekend? Tot welke minderuitgaven leidt een positief fietsbeleid voor de sociale zekerheid?

Fietspadenbeleid in Vlaanderen: men schildert links en rechts van het asfalt een strook van één meter breed in het rood, en maakt zich wijs dat er opnieuw enkele fietsstroken werden gecreëerd. Intussen blijven comfort en veiligheid op onze fietspaden ondermaats. Ter vergelijking: doe even Walcheren.

Begin september werd Patrick D’Haese, vroeger directeur van de Fietsersbond, opgenomen in het kabinet van minister Hilde Crevits als adviseur Mobiliteit, waarbij ondermeer Fietsbeleid onder zijn vleugels valt. Hopelijk bijt hij zich de tanden niet stuk op de immobiliteit van onze beleidsstructuren. Want op het terrein van de fiets blijft er nog een hoop te doen. Grinta! kan hier een voortrekkersrol vervullen.

(Rik Vanwalleghem, Grinta! 16, 2009)

Gerelateerde artikels

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE