Deel dit artikel:

Mountainbiken in de Stille Kempen

Eerder kon je al lezen hoe onze blogster Joyce de leegte in haar fietsagenda opvulde na het wegvallen van de 1000 km van Kom Op Tegen Kanker. Ook Gilles zocht en vond een alternatieve uitdaging: op drie dagen tijd zo veel mogelijk afgepijlde mountainbikeroutes van het Bloso-netwerk in de Kempen afhaspelen. Dat bleek niet altijd even goed mee te vallen.

Dwaas?

Net zoals bij zovelen, is mijn fietsagenda de afgelopen maanden danig overhoop gegooid. In eerste instantie ben ik er nog wel in geslaagd om voor mezelf een aantal mini-doelen te stellen, maar al snel was de inspiratie op. Tot fietskameraad Jasper opperde om samen alle Bloso mountainbikeroutes uit het netwerk van de Kempen te rijden. Op drie dagen tijd. Goed voor in totaal 458 kilometer mountainbikeplezier. Jasper – die vooral bezig is met triatlons – wist heel goed dat ik waarschijnlijk de enige persoon zou zijn die hij zou kunnen overtuigen om mee in te stappen in zo’n dwaas idee. En gelijk had hij.

Symbolische vertrekplaatsen

Om wat meer symboliek aan onze ritten te geven, hebben we besloten om alle drie de dagen te starten op een veelbetekenende plaats in onze prachtige gemeente Vosselaar. Zo komt het dus dat onze eerste rit om 7 uur ’s ochtends start aan de paal die het hoogste punt van onze gemeente aanduidt. Voor de geïnteresseerden en de quizzers onder jullie: daarop staat 36,33 meter aangeduid. De Kempen zijn niet alleen stil, maar ook behoorlijk vlak.

Afhankelijk van signalisatie

Jasper heeft de komende drie dagen volledig uitgestippeld. Dat was nagenoeg mijn enige eis om in te stappen in dit verhaal, ik wilde me er op voorhand niet mee bezighouden. En zo komt het dus dat Jasper, hoewel we beiden beschikken over een fietscomputer, meteen een papiertje bovenhaalt met daarop de kleuren die we moeten volgen per gemeente, en wanneer we moeten overschakelen. Op het eerste zicht lijkt het Chinees, maar ik moet bekennen dat er enige logica in zit. Al zouden we dus nagenoeg volledig afhankelijk zijn van de permanente signalisatie die door Bloso is aangebracht.

Mountainbiken is een zomersport

Na een drietal kilometer bereiken we de eerste mountainbikeroute. We zijn in de buurt van de Lilse Bergen, dit is onze achtertuin. Ook zonder bordjes kennen we hier blindeling onze weg. Al moet ik eerlijk bekennen dat ik één van die types ben die normaal alleen in de winter op de mountainbike kruipt. Het parcours ligt er omwille van de aanhoudende droogte compleet anders bij. Op sommige stukken liggen de sporen zelfs verzwolgen onder los zand. Datzelfde zand waarin Sanne Cant en Wout Van Aert zich zo thuis voelen.

Randje Hageland

De meeste bordjes staan waar ze moeten staan, en via Lille gaat het langs Herentals en Olen om vervolgens Tongerlo en Herselt te bereiken. Het mountainbikenetwerk De Merode is een openbaring. Hoe dichter bij het Hageland, hoe grilliger het reliëf wordt. In de buurt van Westerlo laten we onze bidons vullen door een behulpzaam koppel dat aan de rand van het bos woont. De teller gaat net boven de 100 kilometer en de temperatuur is intussen gestegen tot veruit boven de 20 graden. Nog steeds ben ik het niet gewend om in korte broek en korte mouwen op een fiets met dikke banden te rijden. Na de lus van Laakdal staat de teller op 140 kilometer, en het zijn er nog minstens 30 tot thuis. We besluiten om de mountainbikeroutes te laten voor wat ze zijn en de kortste weg naar huis te nemen. Maar niet vooraleer we in het Geelse gehucht Zammel stoppen bij de Spar-supermarkt om nog wat bevoorrading in te slaan. Zo zijn we zeker dat we de noordenwind huiswaarts vlot overleven. Terug in Vosselaar neem ik afscheid van Jasper. We maken alvast de afspraak om elkaar de volgende dag opnieuw om 7 uur te zien. Deze keer op de ‘driegemeentegrens’ met Beerse en Turnhout. Vooraleer een verdiende douche te nemen na 176 kilometer fietsplezier, staat er eerst nog een wasbeurt voor mijn trouwe tweewieler op het programma. Geen winterse modder, maar wel stof en zand.

Eerste keer lek

Jasper staat me al op te wachten wanneer ik met stramme benen aan de Looypaal aankom voor de start van onze tweede rit. De consensus om er een kortere etappe van te maken, ligt dan ook snel op tafel. Via het Turnhoutse vennengebied – dat overigens mooier is dan dat ik ooit aan een Turnhout zal toegeven – bereiken we Ravels. In het vroege uur springen meerdere reeën dartel door de Gewestbossen. Het geluid van de natuur wordt alleen maar verstoord door een vloek wanneer we een boomwortel te laat opmerken. Vroeg opstaan is niet mijn favoriete activiteit, maar dit maakt het de zombiemodus van vanochtend echt waard. Tussen Turnhout en Merksplas merkt Jasper op dat hij lek staat. En omdat we beiden met een verschillende bandenmaat op pad zijn, kan ik hem niet helpen. Eerst de buitenband grondig inspecteren vooraleer we verder gaan. Gelukkig, want pas na een driedubbele controle wordt een venijnig stukje glas geïdentificeerd als dader. Volledig verstopt onder één van de noppen van het bandenprofiel langs de buitenkant, af en toe piepend door het karkas aan de binnenkant. Ik merk dat de banden van Jaspers mountainbike – die normaal ook alleen in de wintermaanden van stal gaat – hun beste tijd hebben gehad, en bid dat hij niet opnieuw lek rijdt. Dat we vandaag nooit meer dan 20 kilometer van huis zijn, is daarbij wel een troost.

Parcourskennis vereist

Na een bijna misselijkmakende passage op enkele singletracks vervolgt onze route langsheen de prachtige dreven van de kolonies van Merksplas en Wortel. Die officieel trouwens de Koloniën Van Weldadigheed heten, en nog steeds wachten op erkenning als UNESCO-werelderfgoed. Vanuit Merksplas nemen we de gele verbindingslus naar Lille, waar we vandaag zullen eindigen met de blauwe route. Gelukkig kennen we hier onze weg, want dankzij ontbrekende bordjes zouden we nooit de juiste route gevonden hebben. Het is trouwens niet de eerste keer dat we merken dat er wegwijzers ontbreken. Gisteren raapten we al een paal op die vermoedelijk na werkzaamheden aan de kant gelegd werd. Wel valt het op dat op de gele verbindingsstukken telkens meer bordjes ontbreken. Sowieso moet het een huzarenstukje zijn om deze 458 kilometer aan mountainbikeroutes te beheren. Dat gezegd zijnde, neem ik na dik 110 kilometer opnieuw afscheid van Jasper, met de belofte dat ik de volgende dag voor hem een nieuwe reserve binnenband meeneem.

Succesformule

Omdat we de voorbije twee dagen telkens om 7 uur vertrokken, en dat op vele vlakken een succesformule bleek, doen we het op onze slotdag niet anders. Plaats van afspraak is de kapel in het Mariapark, begin twintigste eeuw nog een heuse bedevaartsplaats.

Sacrale stilte in De Liereman

Omdat we de voorbije twee dagen telkens om 7 uur vertrokken, en dat op vele vlakken een succesformule bleek, doen we het op onze slotdag niet anders. Plaats van afspraak is de kapel in het Mariapark, begin twintigste eeuw nog een heuse bedevaartsplaats. We weten intussen allebei dat we er niet in zullen slagen om elke meter van het mountainbikenetwerk te rijden, maar zijn desalniettemin toch al trots op wat we verwezenlijkt hebben. Afsluiten doen we met de routes van Oud-Turnhout en Arendonk, waarbij een gedeelte loopt door het Landschap De Liereman, dat slechts een paar weken geleden zwaar getroffen werd door een bosbrand. In deze wetenschap wordt de ochtendlijke stilte zelfs sacraal. We schrikken dan ook erg wanneer we plots een tegenligger tegenkomen op de route, die uiteraard slechts in één richting aangegeven staat. Door het mulle zand lijkt het alsof we fietsen met ankers achter onze fietsen. Al zou het kunnen dat de 285 kilometer van de afgelopen twee dagen ook in de benen gekropen zijn.

Grenzen aftasten

In Arendonk zou de route normaal over de landsgrens gaan. In het coronatijdperk is dat uiteraard uitgesloten. Er werd een keurige tijdelijke signalisatie aangebracht om fietsers niet over de grens te leiden. Chapeau voor de persoon of personen die hiervoor gezorgd hebben. Nietsvermoedend nemen we de verkeerde gele verbindingsroute. Op het moment dat we beseffen dat we niet in Retie maar in het nabijgelegen Reusel zullen uitkomen, blijken we volgens onze gps net de landsgrens gepasseerd te zijn. Hier staan we dan, midden in een bos, op een route die met zwarte pijlen aangeduid wordt. Dit is zeker geen route van Bloso meer. Op het gevoel rijden we zo snel mogelijk terug richting België. Op een geasfalteerd fietspad dwars door de bossen kruisen we een aantal fietsers die ofwel zoals wij argeloos de grens oversteken, al vermoeden we iets anders.

Het spoor bijster

Voor het eerst in drie dagen loopt het niet zoals we willen. Geïrriteerd door het losse zand waar bij momenten geen doorkomen aan is, het juiste spoor volledig kwijt en op het gevoel per ongeluk een natuurreservaat ingereden. Gelukkig komen we een vriendelijke boer tegen die een weiland pacht in het natuurreservaat. Hij legt ons uit hoe we het snelst in de goeie richting uit het reservaat komen, en hoopt samen met ons dat we de boswachter niet tegen het lijf lopen. Het was in ieder geval niet onze bedoeling om de natuur hier te komen verstoren.

Trop is te veel

Eenmaal aan het kanaal Dessel-Schoten beland, weten we terug waar we zijn en waar we naartoe moeten. Na een deel van de MTB-routes van Dessel en Retie besluiten we dat het welletjes geweest is. Via Kasterlee rijden we terug richting Vosselaar met 410 kilometer op de teller en een tijdelijke degout voor onze mountainbike. Trop is te veel. Maar desondanks blijven de Kempen de schoonste streek van het land. Dat is hier op aarde de hemel voor ons!

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE