Deel dit artikel:

Ode aan de keizer

Kannibaal, Keizer, Koning bedankt.

Beste Sven,

Er is al zo veel over jou geschreven dat mijn stukje hoogstwaarschijnlijk onverbiddelijk snel in de nietigheid zal verdwijnen. Maar dat houdt me niet tegen mijn respect voor een keizer van het veld uit te spreken. Al geef ik eerlijk toe dat ik niet altijd een Nys-adept ben geweest.

Je kwam met een knaller binnen bij de profs. Je won meteen 14 wedstrijden en de Superprestige. De toon van een veelbelovende carrière was gezet. Je won in je 2e jaar de Superprestige, Wereldbeker en BK. Enkel het WK moest je toen aan Rabobank verpatsen. Door blessures en pech ging het verder even op en neer. Toch wist een sterke Nys zich te handhaven aan de top en won je, soms op magistrale wijze, van gevestigde waarden als De Clercq en Vervecken. Ook je copain Wellens reed toen fantastisch; steevast spektakel op de buis. Toptijden! Maar tijden veranderen…

In de seizoenen 2004 tot 2008 was je zo goed en zo gulzig dat je, met tegenzin, enkel kruimels voor je concullega ’s achterliet. Nys aan de start, stond recht evenredig met een uurtje solo veldfietsen. Je domineerde de cross zo spectaculair dat ik noodgedwongen voor mindergoden en underdogs ging supporteren. Met schaamrood op de wangen geef ik toe ooit “YES!” te hebben geroepen toen je plat in de modder ging of toen je een ketting in stukken vaneen trapte. Sportief? Absoluut niet. Menselijk? Ik vrees van wel.

En tijden blijven veranderen. Jong geweld Niels, Lars en Zdeněk legden ongenadig het vuur aan je schenen. God Nys werd weer de man Sven. Dominantie veranderde in verdediging. Stilletjes aan maakte de schuchtere, in zichzelf gekeerde en soms scherpe jongen plaats voor een zelfzekere en nuchtere man. Een man die stukje bij beetje mijn sympathie wist te winnen. Cross na cross leerde ik je beter kennen. Ik zag je zweten, vallen en opstaan. Ik zag je vechten, huilen en juichen, verliezen en winnen. Je trainingskilometers, wattages, opofferingen, ontgoochelingen en zelfrelativering maakten danig indruk op me. Het vertrouwen in sponsors, coach en fans maakte mijn respect alleen maar groter. Ik erkende mijn absurde jeugdige inschattingsfout en keerde mijn kar.

Ondertussen verkeren we in de diepe winter van je carrière en de discussie over wie de nu eigenlijk grootste is viert hoogtij. Het siert Roger om voor zijn broer op te komen en Roland zal nooit geëvenaard worden met zijn 10 opeenvolgende tricoloretruien. En geen discussie; De Vlaeminck en Liboton, met elk 156 veldritoverwinningen bij de profs, waren grootse klasbakken. Toch, deze vervlogen en soms duistere tijden kunnen niet meer vergeleken worden met het hedendaagse crosstijdperk. Met de professionalisering en mondialisering van onze laaglandse sport is winnen een stuk moeilijker geworden. Zeker als er voor elke start minstens 3 landgenoten gewag maakten op het hoogste schavot. Ok, je won ‘maar’ 2 regenboogtruien, waarvan 1 waar je twee keer in kon. Peanuts vergeleken bij Eric en Roland. Toch stond je maar liefst 9 keer op het podium. Van de acht niet-podiumplaatsen onthouden we vooral jammerlijke keuzes en ploegentactieken, valpartijen en pech. Op slechts twee van de 18 WK ’s hield je het voor bekeken, alle andere edities eindigde je in de top 7. Bij je 9 tricolores mag je voor mijn part ook je 5 Belgische mountainbiketruien rekenen. Alles bij elkaar span je, met maar liefst 287 veldritoverwinningen, ontegensprekelijk de kroon. I rest my case!

Ach ja, cijfers zeggen veel maar niet alles. Ook naast het veld werd je steeds een groter meneer. Je inzet voor de sport, professionele attitude en je hardnekkige never-give-up mentaliteit heeft niet alleen ondergetekende tijdloos geïnspireerd. Mijn zoon van 4 en dochter van 8, en bij uitbreiding heel wielerminnend Vlaanderen, krijgen het tijdens ons zondags uurtje cross ingelepeld. ‘You win some, you lose some but most of all: never, ever give up!’ Michel noemde je afgelopen zondag een veulen van 39, bijna 40. Je laatste inspanningen aan de kop van een WK liet heel België zinderen. Het haar op mijn armen kwam recht toen je weg leek te rijden. Weergaloos! Of hoe mooi sport kan zijn. Als een winnaar kruis je als vierde de meet, alles gegeven. Huilend in de commentaarbox toon je nog maar eens hoe hard je de sport gaat missen. Met een krop in de keel beseffen wij hoe hard we jou gaan missen.

Ik zag je een tijdje geleden Velofollies binnenstruinen, telefoon aan je oor. “Is dat em” fluisterde mijn vader wenkend in jouw richting. “Dat is em.” knik ik terug als een jongen van 35 met pretlichtjes in de ogen. Dat is em helemaal.

Kannibaal, Keizer, Koning bedankt.
Sven, het ga je goed! (DP)

Lees meer verhalen op driesplaetevoet.wordpress.com