Deel dit artikel:

Passé

Een van de grote angsten van een ouder wordend mens is dat hij op een bepaald moment niet meer ‘mee’ zal zijn, dat hij de trein van nieuwe ontwikkelingen en nieuwe trends zal missen, dat hij door de jongere generaties als ‘passé’ en ‘gedemodeerd’ zal worden gecatalogeerd. Het is een vrees waar ik lange tijd moest mee lachen. Aan mij zouden technologische revoluties en maatschappelijke tendensen niet voorbij gaan.

Helaas.

Onvermijdelijke confrontaties met tieners, als daar zijn je eigen kinderen, drukten me de jongste jaren met de neus op de feiten: ik kan niet meer volgen. Een Ipod is voor mij een vreemd, knop- en toetsenloos toestel. Vraag me niet hoe ik, legaal of illegaal, muziek van het internet moet downloaden. Ik heb geen eigen blog en ik zou niet weten hoe ik mijn eigen website moet opzetten.

Deze vaststellingen vervullen me met veel verdriet. Maar ik zet me er overheen, want uiteindelijk gaat het hier slechts om een stuk van de digitale revolutie die aan mij voorbijgaat. In de echte, analoge wereld sta ik nog steeds mijn mannetje. Bijvoorbeeld in de wereld van de fiets, bij uitstek een analoog, concreet, aaibaar toestel, ben ik nog steeds mee. Dacht ik. Sinds Grinta! op de markt is, kreeg echter ook die zekerheid een deuk.

De waarheid is dat ik op het fietstoeristische vlak ook een eind achterop ben geraakt. Ik ben niet meer bij de tijd, bijvoorbeeld op het vlak van de fiets zelf, of wat mijn fietskledij of mijn trainingsopbouw betreft, of als het gaat over het voedsel en de dranken die ik op mijn tochten meesleur.

Ik sta naast mijn fiets en, laat het mij maar meteen toegeven, het frame is allesbehalve een carbon monocoque. Over de velgen durf ik geen uitspraak te doen: ze zien er alleen erg metalliek uit. Ik weet ook zeker dat mijn rubbertjes geen triple compound bandjes met high density guard zijn. En dat zadel dateert wellicht nog van het vorige millennium, of het moet van 2000 of 2001 zijn. Ziet er een beetje moegezeten uit.

Nu ik er zo over bezig ben, besef ik ook hoe gedateerd mijn fietskledij moet zijn in de ogen van de nieuwbakken, blitse wielertoerist die de Grinta!-covers pleegt te sieren. Mijn regulier fietstruitje is een merkloos, geel onding dat me steeds strakker om het lijf zit. De mouwrandjes snijden me stilaan in de bovenarmen. Om de regen te lijf te gaan heb ik geen ademend jack met haaienvinconstructie onder de oksels, maar een gifgroen flapperend plastiekje – merk: Vibes – dat ik ooit in paniek kocht tijdens een ferry-winkeltocht naar Canterbury die ontaardde in een zondvloed. Bij open weer bescherm ik mijn ogen met mijn doordeweekse zonnebril, waarmee ik ook terrasjes doe of auto rijd. Een ordinaire nephoornen constructie, zonder Fire Iridium-beglazing en zonder 3-puntenpasvorm. Handschoentjes heb ik niet, dus zeker geen High Performance Gloves waarvoor ik in het vorige nummer reclame zag staan. Mijn schoenen bestaan uit een zool, een lap leer en een veter: voor mij geen Heel Cup System, Full Carbon Sole of Soft Instop Closure System.

Als ik me klaar maak voor een pretentieloos tochtje, sla ik een paar Suzy-suikerwafels in, een banaan, een Lion- of Bountybar en, sinds kort – als bewijs van mijn moderniteit – glucosesuikertjes. Ik neem niet eerst een ‘pre-exercise’-maaltijd, ik ken het verschil niet tussen trage en snelle suikers, vraag me niet wat hoogwaardige eiwitten zijn. Als ik onderweg de hongerklop krijg, vlieg ik een bakkerij binnen en gooi ik twee confituurgebakjes naar binnen.

Laatst stond daar een perfect volgens de jongste Grinta!-aanwijzingen aangeklede wielertoerist naast mij. Zijn blik was vernietigend toen hij mijn uitmonstering zag.

(Rik Vanwalleghem, Grinta! 07, 2008)

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE