Deel dit artikel:

Pedaleur300: meer dan 300 kilometer pedaleuren

Mijn Strava-profiel vertoont al enige tijd een bijzonder fenomeen, een symptoom van dit tijdperk. Steeds vaker toont het extreme prestaties. De Ronde is niet ver genoeg meer, iedereen loopt marathons en sommigen fietsen op één dag meer dan ik tot vorig jaar in een hele maand. En ik? Ik doe lustig mee. Vergeet ‘Less is More’. Driehonderd is het nieuwe tweehonderd.

De langste van je leven

Op 1 september van dit jaar fiets ik straks de Alpecin Otztaler Radmarathon. 232 kilometer en goed 5.000 hoogtemeters. Hoe bereid je je in hemelsnaam in ons vlakke Vlaanderen voor op een monstertocht door de Alpen? Door extreem ver te rijden en toch wat hoogtemeters mee te nemen onderweg? De Pedaleur 300 heeft slechts de helft van de hoogtemeters, maar is qua afstand alvast de helft langer. Milaan-Sanremo eerder dit jaar was ook al best ver. Ik ging er voor het eerst over de grens van driehonderd kilometer. Driehonderd meter over die grens om precies te zijn. En daarvoor moest ik met mijn perverse brein – ik wou een drietje vooraan – nog acht kilometer lang de promenade in Sanremo onveilig maken. Er moet echter één rit de langste van je leven zijn. En reeds voor de start wist ik dat het deze zou worden, de Pedaleur 300. Driehonderd kilometer. Zelfs met de auto ben je dan aan een pauze toe.

Op weg naar een getal

Het Gentse Cycling Café Pedaleur de Flandres organiseerde een rit tussen het Belfort en de Citadel. Van Gent naar Namen. En ook weer terug. Met de fiets. Kwart na zes in de ochtend wordt in hartje Gent het startschot gegeven voor de middelste groep, waartoe ik behoor. Groep 30 km/u is reeds weg, de tweede groep aan 27 km/u volgt 15 minuten na ons. We zijn vertrokken voor driehonderd kilometer … pedaleuren. De smaak van een vroege espresso nog in de mond. Je zou kunnen argumenteren dat Namen het ‘doel’ is. Maar niks is minder waar uiteraard. Het doel is de voordeur van het vertrekpunt, een etmaal later. Daar waar ‘It’s a wild world. Enjoy the ride.’ op de vloer staat geschreven. Het echte doel is een cijfer dat begint met een 3. We rijden niet naar ergens, we maken een reis op weg naar een getal. We verleggen de streep. Ik denk aan het liedje van Yevgueni met de treffende strofe:
Nooit naar nergens, altijd vrij. Er glijdt gewoon een dag voorbij. De zon breekt door, de wind houdt je niet tegen. Nooit naar nergens, altijd vrij. Verleg de streep, verleng de reis.

Strava-drama

De ochtend is grijs en onder de eerste brug is er al een regenvestmomentje. De weerkundige in mij besluit dat dat voorbarig is en doet het verder met enkel de armstukken. Dat zal een terechte keuze blijken. Vanuit Gent passeren we Brussel langs de westelijke kant. Gaandeweg kom ik af en toe een gemeentebordje tegen dat mij enige indicatie geeft van waar ik me bevind. De rest van de dag fiets ik een route op een GPS waarvan het scherm voor de gelegenheid uit staat. Hij zou maar eens moeten uitvallen en niet alles registeren. Strava-drama!

Blijven glijden

Het is een mooie route, over rustige wegen. Enkel verstoord door mijn schijfremmen die net vandaag de nood voelen te krijsen. Zoals mijn blaas net vandaag de nood voelt te klein te zijn. Maar dat blijkt des mannen te zijn en dus is er in elk kwart van de rit ook een pitstop halfweg. Het miezert een beetje. Ik babbel niet veel. Er glijdt gewoon een dag voorbij.

Wie de Citadel op geraakt …

Bikelife is een fraaie fietswinkel in Lot die ons voorziet van suikerwafels, drank, reepjes en babystukjes banaan. In mijn achterzakje zat ook nog een duo aan sandwiches verscholen. Blij om zoveel ochtendlijke creativiteit geef ik mezelf een pluim. Namen, we komen eraan! Het tweede deel van de rit – we maken er grofweg vier keer 75 kilometer van – is echter niet te onderschatten. Het gaat voortdurend op en af en eigenlijk verzamelen we hier onze tweeduizend hoogtemeters. Met als apotheose de Citadel van Namen, met zekerheid één van de mooiste beklimmingen die ons land rijk is. Wie de Citadel op geraakt, geraakt ook de Timmelsjoch op.

Het mentale keerpunt

Ik laat het bloed wat harder stromen want boven wacht de middagstop met sandwiches. Met kaas, confituur en choco. Ik ben blij als een kind. Een uiterst welkome verpozing op het mentale keerpunt. Met de drie stops kom ik best ver, ik hoef zo geen rugzak vol repen en gels mee te nemen voor dit exploot. Na de middag rijden we gewoon terug naar Gent. 150 staan er op de teller. 150 te weinig. Er glijdt gewoon een dag voorbij. De zon breekt door. (Dat is ruimdenkend, het liedje werd duidelijk op een andere dag geschreven.)

Goede punten thuis

Na de middagstop rijden we onder Brussel door, langs Leuven, richting Mechelen. De anonieme blauwe armada blijkt sterk en doet veel kopwerk. De zon toont een schrijnend gebrek aan overtuigingskracht. De wind staat tegen in dit langste deel van de tocht. Het tempo blijft er toch goed inzitten, nu al is duidelijk dat we boven de 27/u gaan uitkomen en dus vroeger dan voorzien terug thuis zullen zijn. “Goede punten thuis”, bedenk ik. Ondertussen wordt er gekeuveld over koetjes en kalfjes, al hebben die in vele gevallen een link met fietsen of getallen. De derde en laatste stop die geregeld werd, is bij Peloton de Paris in Mechelen. Een plek waar ik al enige tijd eens wou komen. En terecht, want het is een mooie locatie waar ons bovendien een zeer welgekomen portie pasta wordt voorgeschoteld. En er is Almdudler, maar geen koffie. Die houden we dan maar tegoed voor bij de aankomst. Er glijdt gewoon een dag voorbij. De wind houdt ons niet tegen.

Endurance roes

Het optrekken gaat wat moeizamer. Een rood licht is wel een verpozing, maar tegelijk een kortstondige marteling om nadien weer snelheid te maken. Eens op snelheid lijkt er weinig aan de hand. De cartouches worden hol en de explosiviteit verdwijnt als een ijsblokje op een hete plaat. Maar eens je fietst kan je blijven doorgaan, zo lijkt het. Het moet een soort endurance roes zijn. Ondertussen nadert Gent en wordt de herkenning groter en groter. Niet altijd goed want dan besef ik meteen ook dat we niet de kortste weg terug naar huis volgen. Maar dat was ook nooit de bedoeling natuurlijk. Stel je voor dat we eindigen op 299 km… Er glijdt gewoon een dag voorbij. Nooit naar nergens, maar nu toch wel een heel klein beetje veel naar het centrum van Gent.

Nieuw record

De benen delen mee in de euforie van een nieuw afstandsrecord. We zijn de driehonderd voorbij want ik ben vanmorgen van thuis uit met de fiets vertrokken. Daardoor heb ik een tiental kilometer meer dan mijn groepsleden en ben ik de enige die hier op deze plek over de 300 gaat. Een record, in alle stilte gebroken. Enkele betonplaten in de buurt van Lochristi hier de vloer aan met de Via Roma in Sanremo. Laatste helling van de dag; de Belfortstraat. Nog een paar rukken en we zijn terug aan de voordeur van vanmorgen. De aanblik van het Pedaleur de Flandres café brengt mentale ontlading. De koffie met rijsttaart smaakt bovennatuurlijk goed. Er is nog één “dingetje”, een hersenkronkeltje. Om de langste tocht van mijn leven in wiskundige schoonheid af te ronden, ga ik door tot thuis. En verder, tot er 333 verschijnt. Ultrafietsen stopt bij 333. Althans, wat mij betreft. Je moet het eens gedaan hebben, maar het is tegelijk een beetje onzinnig om zo ver te fietsen. Het staat echter mooi te blinken op Strava. Voor altijd.
Je stopt, je lacht, je kijkt, je wacht.
Maar wel gewonnen, weer gewonnen.

Met dank aan Futurum Quality Gear, partner van deze blog.

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE