Deel dit artikel:

Relatieve windstilte tijdens Rondom Zeeland

De wielerprofs rijden Parijs - Tours of de Ronde van Lombardije. Grinta!-lezers zonder rugnummer hebben hun eigen najaarsklassieker: Rondom Zeeland, een rit met hashtag RideTogether.

Jomantas Venckus en Edgaras Zekas

De namen doen geen belletje rinkelen? Het beeld van de twee Litouwse junioren die in Leuven hopeloos te laat aan de start van hun WK verschijnen, hebt u vast wel ergens opgepikt. Twee bedremmelde figuren, netjes uitgedost voor de rit waar ze weken naar hebben uitgekeken, overmand door een mengelmoes van ongeloof en schaamte. Op zaterdag 25 september speelt zich in hartje Yerseke een gelijkaardig tafereel af. Wanneer ik er de parking opdraai, kan ik namelijk enkel nog vaststellen dat het peloton van Rondom Zeeland ‘21 al vertrokken is. Gelukkig heeft Pieter, die namens Bikeking de technische assistentie verzorgt bij de Grinta!-rides, me opgewacht. Hij zal me met de volgwagen bij de groep brengen, want een gat van tien minuten dichtrijden, dat lukt me nooit.

I did it my Waze

Een onvoorziene, slecht aangegeven wegomleiding had me verstrikt in een web van havenwegen. Het gebruik van een verkeersapp lost dergelijke onaangenaamheden in geen tijd op, tenzij je te lang blijft vertrouwen op je terreinkennis. Ik pleit schuldig. Zelfoverschatting is de bron van veel verloren oorlogen. Waarom heeft er mij nooit een onderwijzer verplicht deze wijsheid 300 maal neer te schrijven als straf voor te laat komen? Dat Cedric, een andere deelnemer, hetzelfde is overkomen, biedt geen troost. Terwijl Pieter ons beider fietsen deels demonteert en ze in zijn al behoorlijk volle break Tetrist, kan ik enkel hopen dat er niemand lek rijdt en de groep niet wordt opgehouden door mijn toedoen. Wat het des te pijnlijker maakt, is dat ik de parcoursbouwer ben en mezelf al jaren op de borst klop dat ik de Zeeuwse polders ken als mijn broekzak.

De jachthaven van Wemeldinge, het jaagpad richting Wilhelminadorp en het lusje door Noord-Beveland liggen achter de rug wanneer wij – de verloren zonen – net op tijd kunnen aanpikken voor de oversteek naar Zierikzee. Dat gebeurt via de Zeelandbrug. Of je dat bouwwerk nu voor het eerst beklimt, of voor de tigste keer, het blijft imposant. Kilometers lang fiets je enkele tientallen meters boven de Oosterschelde. De voorspelde zon is net als ik te laat op de afspraak waardoor de horizon haast onzichtbaar is, water en lucht vloeien verderop grijs in elkaar over. De golven zijn rimpeltjes, de wind blaast modest. Hetzelfde Zeeland is altijd anders.

Beestenboel

Elke klassieker heeft zijn ijkpunten. Rondom Zeeland doet naast de Zeelandbrug traditiegetrouw ook de Oesterdam aan. De wegen tussen beiden zijn niet gelijk. De passage door Ouwerkerk, bijvoorbeeld, is nieuw. Het piepkleine dorpje is omgeven door kreken. Zij zijn de zichtbare restanten van de watersnood van 1953. Tot dan werd er volop aan landbouw gedaan, maar dijkbreuken maakten de vruchtbare grond onbruikbaar. De geëvolueerde vegetatie huisvest nu tientallen soorten zangvogels en zorgt voor een uniek intermezzo in het decor langs ons traject. In Bruinisse wacht Pieter ons op met repen en sportdrank van 3Action. De pauze wordt niet alleen benut om bij te tanken, maar ook om mouwstukken en windstoppers uit te trekken. Hoewel de zon niet priemt maakt ze deze accessoires toch overbodig. Het weggeborgen textiel zorgt ervoor dat enkele strakke lijven vervormd worden tot dromedarissen. De onthulde shirts veranderen het kleurenpatroon van ons peloton, als een slang die vervelt en nieuwe schubben etaleert.

Hoe stil is windstil?

Ongeveer halfweg draaien we de Philipsdam op, richting zuidoost. Voor het eerst kom ik mee aan de kop en stel ik vast dat het geenszins windstil is. In Bruinisse had een eerdere koprijder me nog toevertrouwd dat zijn gemiddelde hartslag tot dan onder de 110 was gebleven. Alleen al het idee aan fietsen jaagt mijn pols hoger. Verblind door zijn messcherpe torso hield ik er geen rekening mee dat de rugwind hier voor iets tussen zat. Hartslag- en vermogensmeting, daar doe ik niet aan. De vlotte tred had ik zonder al te veel nadenken toegeschreven aan de beschutting van de groep. De wieken van eindeloze rijen windmolens bevestigen de windrichting, tot de finish zal er harder moeten worden getrapt.

Klimmen

De Cote d’ Oesterdam – zo heet de oprit naar de Oesterdam op Strava – tilt ons in een halve kilometer zes meter hoger, zo rijden we opnieuw boven zeeniveau. In vergelijking met de vorige editie die werd afgewerkt bij code oranje, slagen we er nu wel in de groep compact te houden op de Dam. Geen waaiers, geen dames die de berm worden ingeblazen. Toch verstomt het gekeuvel, iedereen grijpt zich vast diep in de beugels. Beschutting achter de gebolde rug van de voorganger is plots een kostbaar goed. Bij de aankomst zal een habitué vaststellen dat hij op deze passage een PR heeft gezet. Ondanks de tegenwind heeft hij de elf kilometer tussen Tholen en Zuid-Bevelland afgelegd aan een gemiddelde snelheid die precies tien kilometer per uur hoger lag dan de vorige keer, dat was tijdens Rondom Zeeland ‘19. Vier Beaufort of zes Beaufort, twee getallen maken een wereld van verschil.

Wegdromen bij De Rosa

Even verderop volgt de tweede bevoorrading. Bij Bici Mondo in Rilland, de exclusieve importeur voor de Benelux van Cicli De Rosa, wacht ons een ruim buffet met fruit, koeken, frisdrank en koffie. Onderweg was het me al opgevallen dat niemand met minderwaardig of onverzorgd materiaal op pad is. Prijzige, gloednieuwe parels heb ik gespot. Iets oudere modellen ook, maar allemaal netjes onderhouden. Gezamenlijk hebben we een klein fortuin besteed, zoveel is duidelijk. Maar voorbij de buffettafel lonkt de showroom. Eerst valt mijn oog op een retrohoekje. Charmant. Ik aarzel om mijn kop verder naar binnen te steken. Ik ben allerminst ontevreden over mijn twaalf maanden jonge comfortracer, maar een ruimte vol glimmend moois scherpt sowieso de goesting aan naar ander en beter. In de overtuiging dat de levertermijnen belachelijk lang oplopen en een impulsaankoop niet mogelijk is, waag ik het er op. Dromen zullen noodgedwongen dromen blijven, de relatie met de moeder van mijn kind loopt geen gevaar. Terwijl ik me vergaap aan een fraai frame dat de naam van ontwerper Pininfarina draagt, staat de zaakvoerder uitleg te geven bij een gravelfiets: “Wachttijd? Zes tot acht weken.” Miljaar, hier wordt een zaadje geplant. Wat te vrezen viel. Ik weet nu al dat ik de volgende dagen weer ettelijke keren langs de website van De Rosa zal surfen.

Wout wordt wereldkampioen

De zon is nu helemaal doorgebroken. Meteorologisch is het herfst, maar de voorbije zomer hebben we geen tien dagen zo‘n prettig fietsweer gehad. Heerlijke temperatuur, blauwe hemel. De Scheldedijk links van ons legt de wind het zwijgen op, wij kunnen opnieuw vrij babbelen. Het nakende WK is gespreksonderwerp nummer één. De naam Wout van Aert valt voortdurend. Sonny Colbrelli wordt door vele geducht. Ik hoor schaduwfavorieten opnoemen: Hirschi, Mohoric en den Hollander, waarmee van der Poel wordt bedoeld. Ik voeg Valgren toe als outsider. Niemand lijkt mij te erkennen als de kenner die ik zo graag wil zijn. Alaphilippe wordt door niemand vermeld.

Waar sprinters thuis zijn

De beklimming van de dijk in Kruiningen, 300 meter aan gemiddeld 3,2´%, is de laatste hindernis van de dag. Nu ja, met dergelijke cijfers is het woord hindernis niet echt van toepassing. Wie fietst in Zeeland hoort eigenlijk geen hoogtemeters of stijgingspercentages te checken. De windrichting en het aantal Beauforts, daarentegen, zijn wel relevant. André Greipel won ooit een Tourrit in Zeeland, Wouter Weylandt deed hetzelfde toen de Giro er neerstreek. Greipel en Weylandt, dat lijkt logisch. Allebei sprinters op een biljartvlak terrein. Toch wonnen ze geen zuivere massasprints, het peloton was in beide gevallen compleet versnipperd door het spel van nukkige luchtstromen.

Zilt of zoet?

Zeereuzen vol containers varen richting Antwerpen, de koeltorens van Doel prijken aan de einder. Wij gaan de andere kant uit en slingeren langs smalle wegels met verraderlijke steenslag in de bochten – ja, er bestaan onvolmaakte Nederlandse wegen – Yerseke binnen. Precies 140 km, zoals was vooropgesteld. Als laatkomer miste ik het eerste stuk waardoor mijn  …dom Zeeland met 105 km toch nog net de kaap van de drie cijfers haalt.

Met een goodiebag onder de arm trekken sommigen meteen huiswaarts. Het gros echter, is creatief met bidons water en badhanddoeken om min of meer fris gewassen aan tafel bij te schuiven op het terras van Brasserie Sportvisser. Of verse, zilte mosselen het ideale alternatief zijn voor een beker recuperatieshake, weet ik niet. Maar ook nu respecteren we de geplogenheden van een klassieker, zoals je in Geraardsbergen mattentaarten eet, eet je mosselen in Yerseke.

Wil je meer weten over het ‘Ride Together’-concept van Grinta!, klik dan op deze link.

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE