Deel dit artikel:

100% Getest Specialized Diverge Expert X1

Gravel is hotter dan hot en vorige maand reden we nog op een Eddy Merckx Strasbourg 71 van Oudenaarde naar Straatsburg om de reiscapaciteiten van een gravelbike te onderzoeken. Om uit te vissen hoe zwaar off-road je met een gravelbike kan gaan, namen we met een fonkelnieuwe Specialized Diverge Expert X1 deel aan de tweede etappe van de Mountainbike van Vlaanderen. 127 km off-road met 2.200 hoogtemeters en omgeven door 250 afgetrainde mountainbikers: dat kan tellen als test.

De Diverge Expert X1 is een zogeheten ‘Early Launch’ model, een 2019 fiets die nu al bij de dealers beschikbaar is. Specialized introduceerde vorig jaar zijn Diverge gravelbikes en tapte bij de ontwikkeling uit het vaatje dat ze ook al opentrokken voor de creatie van de jongste Roubaix comfort racefiets. Vandaar het FutureShock ‘veersysteem’ onder de stuurpen, de sterk slooping bovenbuis, de laag aangezette achtervork en de opmerkelijke carbon CG-R zadelpen (die aanvankelijk onder de naam Cobble Gobbler werd gelanceerd, maar niemand kon die naam fatsoenlijk uitspreken). Werden de eerste gravelbikes eerder als werkpaarden en meiden voor alle werk gelanceerd, dan worden inmiddels ook in dit segment fietsen in een veel bredere prijsklasse aangeboden. De Diverge Expert X1 kost 4.699 euro, maar koppelt het Fact 9R carbon frame wel aan een bijzonder hoogwaardige afwerking. De Sram Force 1 aandrijving (11-speed 10-42 achteraan) en remmen (160 mm rotors voor en achter) wordt gecombineerd met een fraai ogend Praxis Zayante crankstel met carbon traparmen en 40T direct mount kettingblad. De eyecatchers op deze fiets zijn echter de Roval C38 Disc wielen met zowaar 38 mm hoge carbon velgen en Specialized Sawtooth 2Bliss banden.

Nerveus ben ik niet als ik op zaterdagmiddag als allerlaatste plaats neem aan de start van de tweede etappe van de Mountainbike van Vlaanderen, helemaal gerust ben ik er anderzijds ook niet op. Het resultaat is vandaag niet van belang (ik fiets buiten competitie mee, vandaar dat ik als allerlaatste vertrek) en van mijn deelname aan de Mountainbike van Vlaanderen vorig jaar weet ik dat het parcours met een gravelbike als de Diverge ‘haalbaar’ zou moeten zijn. Mijn grootste twijfel ligt bij de vochtigheidsgraad van de bodem en hoe de profielarme banden daarop gaan reageren. Want ik heb dus niet veel profiel op het rubber zitten en om het risico op bandenpech tot een absoluut minimum te beperken heb ik toch 1,75 bar in de tubeless voorband en 2,0 bar in de achterband geduwd. Liever dat dan onderweg in de problemen komen.

Ik zie eerst de dames aan hun wedstrijd beginnen waarna ook de heren op weg worden gestuurd. Het buitenrijden van Oudenaarde is voor de achteraan gestarte deelnemers een vorm van opwarming want bij de verschillende stukken singletrack staan lange files. De Diverge oogst veel bewonderende blikken, iedereen vindt de fiets er schitterend uitzien en velen zijn net als ik benieuwd naar de afloop van dit experiment. “Een mountainbikewedstrijd op een gravelbike? Hmm, jij durft”, oppert een deelnemer met Antwerps accent. Eens de Scheldebrug overgestoken loopt het parcours een kilometertje over een breed gravelpad langs de rivier en de wind staat er pal op kop. Ik vat meteen de koe bij de horens, duik diep in het Specialized Adventure Gear Hover stuur met 12 graden flare en rij van groepje naar groepje. Ik weet namelijk dat de off-road beklimming van de Koppenberg er al snel aankomt en daar wil ik een beetje ruimte rondom mij hebben om vlot naar boven te kunnen rijden. In de gravelklim liggen immers om de twintig meter kleine trapjes die gevormd worden door ronde houten balken. Geen uitdaging voor een mountainbiker, maar op een gravelbike met bijna profielloze banden moet je het achterwiel over die balkjes heen wippen (zeker als ze er nat bij liggen) omdat de achterband anders doorslipt. Op 40×42 peddel ik naar boven, al blijft mijn kleinste versnelling beduidend groter dan de pielverzetjes waarop de mountainbikers een beroep kunnen doen. Bij de off-road beklimming van de Kortekeer en het Leo Pironpad dring ik op de gravelbike niet aan. De boomwortels en de stenen zijn er te groot om er de gravelbike overheen te zetten en het heeft geen zin om hier naar boven te proberen rijden, halfweg om te donderen en een file te veroorzaken. Dus speel ik op veilig, stap vroegtijdig af, duw de lichte Diverge (8,5 kilo zonder pedalen) naar boven en geef de mountainbikers die hier wel naar boven fietsen zo veel mogelijk ruimte. Enerzijds ben ik jaloers dat ik net zoals de mannen op fietsen met brede sturen en dito banden niet naar boven kan fietsen, anderzijds ben ik blij met het lage gewicht van de gravelbike wat het sjouwen en klauteren niet dramatisch zwaar maakt.

De eerste bevoorrading na twintig kilometer stoom ik voorbij. Ik heb nog genoeg drank en proviand bij om het tot de tweede bevoorradingspost uit te zingen en wil door niet te stoppen weer wat plaatsen opschuiven. Op de verharde weg en de lichter lopende zand- en grintpaden haal ik het beste uit de Diverge naar boven. Met de lichte wielen en de lage rolweerstand van de banden (mijn banden hoor je op de weg niet terwijl alle mountainbikebanden van ‘zoef-zoef-zoef’ doen) kan ik met minder inspanning toch meer snelheid maken. Ik betrap er mij ook op dat ik heel veel met de handen onder in de beugel fiets. In de eerste plaats omdat de Diverge voor heel sportief gebruik (ik ben tenslotte een wedstrijd aan het rijden) vooraan nogal hoog is, zeker met de combinatie van een hoge balhoofdbuis, de FutureShock unit en het rise stuur. Met de handen bovenop het stuur rij ik bijna nooit omdat ik dan als een soort van menselijke torenkraan op de Diverge zit, met de handjes onderin de beugel zit ik wel een stuk beter op de fiets. Lekker aerodynamisch laag, met voldoende ruimte voor romp en bovenbenen om flink te poweren en hoewel ik vroeger niet zo’n fan was van sturen met flare geraak ik nu toch overtuigd van de voordelen van zo’n stuur waarvan de stuuruiteinden wat naar buiten wijzen. Je handen liggen heel comfortabel in de beugel, je hebt meer hefboom om de fiets van richting te doen veranderen en de Sram rem/schakelgrepen liggen prima binnen bereik.

De passage door het Muziekbos is bijzonder leuk … voor de mountainbikers. De organisatie heeft hier op privé terrein een paar leuke singletracks uitgezet waar de mountainbikers steil bergop en even steil bergaf hun hartje kunnen ophalen. Met de Diverge is het een ander paar mouwen. Op zich zou de fiets dit terrein wel aankunnen, maar dan aan een veel lager tempo dan op een mountainbike waarmee je toch wat lomper kunt sturen. Komt daar nog bij dat ik op de vochtige singletracks in het bos simpelweg grip te kort kom met de bandjes die voor droge omstandigheden zijn ontwikkeld. Verschillende deelnemers die ik daarnet op de lange stroken door de glooiende Vlaamse Ardennen voorbij ben gekacheld, komen me hier opnieuw voorbij. Al gun ik hen hun off-road plezier van harte en maak ik altijd plaats om ze hun ding te laten doen.

Bij de tweede bevoorrading zitten ze omwille van een organisatorisch akkefietje (kan gebeuren) zonder water zodat ik mij beperk tot een bekertje cola dat ik gulzig naar binnen giet. Mijn bidons en de bidons van de bevoorradingspost zijn jammer genoeg leeg, dat wordt dus nog twintig kilometer met een droge bek tot de volgende bevoorrading bij start en finish waar ik aan de tweede ronde van 64 kilometer zal beginnen. In de laatste twintig kilometer van de eerste ronde moet ik bergop nog één keer van de fiets, op de beruchte helling van de Ijskelder. Niet dat het weggetje te steil oploopt, maar ik vind met de smalle bandjes simpelweg geen grip op de bestrating met allemaal ronde stenen die als hardgekookte eieren in de grond zijn gestampt. Dat is dus weer even lopen en weer ingehaald worden door mannen op dikkebandenfietsen. Ik ben ondertussen flink opgeschoven in het deelnemersveld en begin stilaan in de zone te komen waar de anderen even hard rijden als ikzelf. Op de verharde weg neem ik steevast de kop, maar bij elke singletrack (en zeker als die naar beneden loopt) laat ik de mountainbikers voor gaan. Omdat ik weet dat ze op hun geveerde MTB’s sneller en veiliger kunnen dalen dan ik op mijn gravelbike. De ranke CG-R zadelpen mag dan al voor een pak meer comfort zorgen en ook het FutureShock systeem onder de stuurpen werkt comfortverhogend, op een mountainbike met brede banden en échte vering geniet je van een veelvoud van het comfort wat de gravelbike te bieden heeft. Het FutureShock systeem mag je immers niet met een echte verende vork vergelijken want het systeem is niet gedempt. Daarmee zorgt FutureShock er voor dat stuur en voorwiel bij wijze van spreken ‘van mekaar losgekoppeld’ worden om het comfort te verhogen, maar dat is iets helemaal anders dan een klassieke verende vork die als doel heeft om een klap te incasseren en daarna het voorwiel zo snel mogelijk terug tegen de grond te drukken. Vandaar dat je op de weg meteen met FutureShock vertrouwd bent, maar er off-road toch wel moet aan wennen. Want enerzijds incasseer je niet alle klappen van het voorwiel, anderzijds blijft het voorwiel wel gewoon over de bulten en door de putten stuiteren zodat je aandachtig moet blijven.

Na een flinke bevoorrading bij start en finish begin ik vol goede moed aan mijn tweede ronde. Ik weet immers dat het beste nog moet komen: ik ben mijn inspanning goed aan het indelen en vrees geen verval, ik mag mij wel compleet naar de kloten rijden want morgen hoef ik niet aan de bak in de laatste rit van de MTB van Vlaanderen, ik zal op de singletracks niet meer in de file staan én ik weet nu hoe het parcours in mekaar zit. Dat laatste maakt een groot verschil want op onbekend technisch terrein moet je op de gravelbike meer marge inbouwen dan op de mountainbike. Kan je op een mountainbike vertrouwen op de bredere banden en de vering als je in een lastige parket belandt, dan heb je als gravelbiker die vangnetten niet. In de tweede ronde kan ik op de licht glooiende stukken en de asfaltstroken het tempo gelijk houden, bergaf kan ik de snelheid opdrijven omdat ik weet wat er komt en omdat er overal al een mooi spoor gereden is waar ik de Pathfinder bandjes perfect kan in sturen. Dat ik in de tweede ronde de Koppenberg, Kortekeer en het verdomd steile gravelpad op de Kanarieberg nog vlotjes naar boven fiets, overtuigt mij van de off-road capaciteiten van de Specialized Diverge Expert X1 gravelbike.

Als ik na 5 uur en 40 minuten kachelen als 77ste onder de finishboog door rol, heb ik de energietank compleet leeg gereden en ben ik (figuurlijk dan toch) een gebroken man. De opeenvolging van klappen en stompen die ik vandaag heb moeten incasseren heeft zijn effect niet gemist: van bips over rug, schouders, armen en handen ben ik helemaal verkrampt. En dat is een belangrijk punt bij de beantwoording van de vraag ‘Wat is er op een gravelbike off-road allemaal mogelijk?’. Het antwoord is dat je op een gravelbike offroad verbluffend veel kan doen, maar dan toch liefst aan een recreatief tempo. Wil je in een wedstrijd op alle technische stroken volgas gaan, dan zal je daar lichamelijk een tol voor betalen. Mocht ik op de zondag ook de derde etappe van de Mountainbike van Vlaanderen moeten rijden hebben, dan had ik de zaterdagetappe aan een lager tempo moeten afwerken om lijf en leden te sparen. En dat is geen verwijt aan het adres van de Specialized Diverge, verre van zelfs, want die heeft méér comfort in de aanbieding dan de gemiddelde gravelbike.

Dat je op de lopende stukken met minder energieverbruik toch meer vaart kunt maken is het beste bewijs dat mountainbike en gravelriding toch twee verschillende disciplines zijn. Daar waar de ene fiets in excelleert (technisch terrein voor de mountainbike, snelle stroken voor de gravelbike), heeft de andere het wat lastiger en dat geldt omgekeerd ook. Dus hou de beide disciplines maar gescheiden, dat houdt het voor iedereen plezant.

Alle Specialized Diverge modellen vind je hier.

Alle info over de Mountainbike van Vlaanderen tref je hier.

Gerelateerde artikels

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE